Stel je in de plaats van een dier. Dat kan een huisdier zijn, of een dier dat onuitgenodigd in je omgeving woont. Bekijk de omgeving en eventueel de mens door de ogen van de kat, de hond, een muis, een spin of een mier… Laat het dier vertellen wat het ziet, hoort, voelt, ruikt, in een zestal regels.
Voorbeelden:
Red mij Van vliegen is geen sprake. Veel te krap, die kooi. Ik hip wat heen en weer, mijn vleugels in de plooi en roep wanhopig: 'Red mij! Bevrijd mij uit dit ding!' Maar niemand komt in actie. Ze denken dat ik zing. Cees Rutgers Uit De lucht is van de vogels - Dichter nr. 23
Goudhaantje Ik klein? Hoe kom je daar nu bij? Ik ben precies groot genoeg. Van top tot teen vul ik mijn vacht van veren. Jij bent toch ook niet groter dan je vel? Bette Westera Uit De lucht is van de vogels - Dichter nr. 23
Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag (mijn bescheiden) feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.