Jouw roman als feuilleton? Blovel!

Het begon met Anker Tong. Hij of zij meldde zich aan als volger bij een van mijn blogs. Altijd leuk om nieuwe volgers te krijgen, maar Anker Tong viel wel erg op met zo’n naam. En dus deed ik wat WordPress aanraadt als je een nieuwe volger over de vloer krijgt: even gaan kijken waar die andere mee bezig is.

Onder de blogtitel staat eenvoudig: fictie. Ik begon te lezen en ontdekte dat ik me middenin een verhaal, zeg maar een lijvige roman, bevond. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik googelde de naam van de zogenaamde auteur. Een paar klikken later leerde ik het begrip ‘blovel’ kennen op de blog Salon Van Sysiphus van Tom Ronse.

Een blovel is een roman (novel) in een blog. Veel meer informatie dan het artikel van Tom Ronse vond ik niet. Toch moeten er meer Nederlandstalige blovels bestaan, maar waar zijn ze in blogland? Hoe vind je ze?

Het idee om zelf een roman als blovel op het publiek los te laten begon te kriebelen en liet me uiteindelijk niet meer los. Maar eerst wat achtergrond.

Madame Bovary als serie

Als we het vandaag over series hebben, denken we aan Netflix of aan vertrouwde zenders zoals VRT NU, waar het soms moeilijk kiezen is welke serie je eerst wil uitkijken. Veel mensen vinden het leuk als een verhaal over afleveringen gespreid wordt.

Dat had ook Dickens begrepen. Een aantal van zijn boeken startten als feuilleton in een door hemzelf opgericht tijdschrift. Toen het verhaal uiteindelijk als roman verscheen was het verder aangevuld, zodat de lezers het boek toch nog kochten om te weten hoe het verhaal eindigde. Pittig detail: als Dickens ergens ging voorlezen, bewerkte hij de tekst vooraf nog een keer.

Gustave Flaubert schreef zes jaar aan Madame Bovary. Deze roman over een ongelukkige en overspelige doktersvrouw verscheen als feuilleton in een Parijs weekblad en zorgde in die tijd voor heel wat schandaal. Maar toen de roman als boek op de markt kwam, werd het een bestseller.

Bij Couperus verliep het omgekeerd. Toen de belangstelling voor zijn talrijke romans afnam, begon hij feuilletons voor een Nederlands dagblad en een literair tijdschrift te schrijven.

Het idee om een verhaal in afleveringen te brengen is waarschijnlijk zo oud als de vertelkunst zelf. Dat er in deze tijd naar nieuwe publicatiewegen gezocht wordt is dan ook niet verwonderlijk

Typisch blovel

Wat dan wel verwonderlijk is: blovels zijn moeilijk op te sporen. Er moeten er nochtans heel wat zijn, er wordt immers meer dan ooit geschreven.

Hoewel er geen strikte regels voor het blovelen zijn, bestaan er toch criteria. Maar die moeten eerder als aanbevelingen gezien worden. De kunst is namelijk om het publiek geïnteresseerd te houden en de lezers niet teleur te stellen door bijvoorbeeld het verhaal te lang te laten aanslepen of door het voortijdig af te breken.

Er wordt aangeraden om twee of drie keer per week een aflevering te posten. De berichten kunnen best niet te lang zijn, ongeveer 500 woorden lijkt ideaal. De blovel mag niet te lang aanslepen, langer dan een jaar wordt afgeraden. Het verhaal ontwikkelt zich tijdens de looptijd van de blog en lezers kunnen commentaar geven of zelfs de verhaallijn beïnvloeden. Net zoals een roman moet er een begin, een conflict en een oplossing zijn. Als de blovel uiteindelijk als boek of blook verschijnt, kan de inhoud uitgebreider zijn dan de oorspronkelijke blogberichten.

Cliffhangers

Wil je je lezers na elk bericht laten uitkijken naar de volgende aflevering, dan moet elke tekst eindigen met een cliffhanger. Dat is misschien wel de grootste uitdaging voor de auteur, vooral omdat de berichten niet te lang mogen zijn want de weblezer is doorgaans gehaast. Blogberichten en dus ook blovels worden vaak tussendoor gelezen: tijdens het ontbijt, het werk, de lunch, onderweg, of ‘s avonds laat, en de spanning moet blijven hangen tot de volgende leesbeurt.

Leuk en minder leuk

Intussen weet ik het: blovelen is spannend. Er is de druk om twee à drie keer per week een aflevering te schrijven en het is ook elke keer weer afwachten of je gelezen wordt. En als je gelezen wordt, wie registreert zich als volger? Komt er commentaar? Zijn de reacties positief? Vinden de lezers het verhaal spannend genoeg?

Je bent als auteur zelf helemaal verantwoordelijk voor de opbouw van het lezerspubliek, en goed en spannend schrijven is niet de enige manier om lezers te werven. Naast het schrijven moet je kanalen zoeken om je blovel bekend te maken. Ook dat is een uitdaging.

Als autonoom auteur heb je ook geen uitgever en een eindredacteur naast jou. In het beste geval heb je een schrijfmaatje dat bereid is om elk bericht even na te lezen en te corrigeren. En dat is pure luxe, geloof me. Want net als bij een gedrukt boek, kunnen lezers genadeloos afhaken als je ondermaats schrijft of fouten maakt. 

Tag je blovel

Maar waar zitten nu al die anderen? Behalve Anker Tong en mijn eigen blovel (Chris!) ken ik er nog eentje: Gezultmaarzeszijn, een verfrissend project van Kathleen Verbiest dat in de zomer van 2016 aan alle criteria van de blovel beantwoordde zonder de vermelding ‘blovel’ in de titel of als tag.

Daarom een warme oproep aan iedere blogger die fictie schrijft en dus blovelt zonder het misschien te weten: vermeld het woord blovel ergens op je blog, zet het bij elk bericht in je tags. Laten we elkaar ontdekken en van elkaar leren.