Eenvoudige poëzietechnieken 8

Schrijf een ultrakort gedicht over iemand die (of iets dat) uit je leven is verdwenen. Laat je inspireren door Judith Herzberg en Johanna Pas.

Vraag

Hoe is dat zo gekomen
Van altijd blijven slapen
Tot nooit meer willen zien?


Judith Herzberg (1934)
Uit: 111 Hopla’s  (2014)

__________________________________________

--- 

hoe moet dat dan
hoe moet dat dan
ik kan je nooit meer 
niet meer kennen
ik kan je niet meer
doen verdwijnen
uit mijn boek


Johanna Pas (1969)
Uit: Soms gaan bomen staande dood (2010 en 2021)

Tip: In het eerste gedicht vraagt de dichter zich af hoe het is kunnen gebeuren (verleden), in het tweede vraagt de dichter zich af hoe het verder moet (toekomst). Je kunt ook over het heden schrijven. Hou het kort en gebruik de vraagvorm.

Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Eenvoudige poëzietechnieken 7

Maak net zoals Ester Naomi Perquin een opsomming van wat je in de loop van de jaren geleerd hebt en eindig met een conclusie.

Alles geleerd in de loop van de jaren;
het verwijderen van bramenvlekken uit een tafelkleed,
het verschil tussen verwond en verwonderd, tussen
gewenste en misplaatste kussen, over werken waar
niemand je wil, over leren tot je valt, over fatsoenlijk
kunnen vallen, over liggen, over de aard van het liggen,
over stiltes, liegen, het lezen van kranten, over mannen,
rabarber, pianosonates, cirkelzagen, over het maken
van plannen, de kleefkracht van gedachten, over de handen
van een ander, over de mooiste, voortvluchtigste dagen

en nog bewaar ik je niet in wat ik nu weet,
maar in wat ik nog altijd wil vragen.

Ester Naomi Perquin (1980)
uit: Ongevraagd advies (2022)

Tip: Schrijf eerst zoveel mogelijk los, alles waar je zoal aan denkt, liefst een paar vellen vol. Maak pas daarna een selectie van de sterkste dingen en fantaseer er maar een paar bij.

Tip: Een gedicht rond hetzelfde thema: Tot dusver heb ik dit geleerd van Lilian Zielstra

Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag (mijn bescheiden) feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Eenvoudige poëzietechnieken 6

Ventileer een frustrerende situatie door te overdrijven.

Voorbeeld:

Wat ik vandaag deed

Vandaag heb ik het Northern General opnieuw opgeblazen;
de helse wachtkamer platgewalst
waar ik de hele ochtend in een dwaze japon had gezeten;
Ik heb de arrogante huisarts gewurgd die zo weinig wist
maar deed alsof hij alles wist;
mijn jeukende handen wurgden de oncologen:
de onverschillige die op vakantie wegvloog,
vergat me door te verwijzen voor een Hickman katheter
onder narcose in een fatsoenlijk ziekenhuis,
en degene die mijn toestemmingsformulier verloor en me
een nachtmerrie in duwde van eindeloos geschreeuw;
Ik vocht tegen de stomme slager die gaten in mij boorde;
en tot slot heb ik elke moorddadige
side-kick vermomd als een barmhartige engel uitgeroeid....

Al deze dingen en meer heb ik vandaag gedaan.
In gewelddadige dagen en eeuwige nachten,
ben ik de tel kwijt geraakt van de keren dat ik deze dingen heb gedaan...

Debjani Chatterjee , vertaald door Wouter van Heiningen

Tip: Zoek het niet te ver. Denk aan een recente, banale tegenvaller en laat je eens goed gaan.

Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag (mijn bescheiden) feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Eenvoudige poëzietechnieken 5

Schrijf een gedicht over banale gebeurtenissen en verras de lezer in de laatste regels.

Voorbeeld:

Er is niets gebeurd

Er waren allerlei redenen om een kind te krijgen
dus kregen wij een kind. Het was een jongen,
groot voor zijn leeftijd, zwijgzaam.

We kochten een huis en kregen twee dochters
omdat één kind, zwijgzaam, zielig is.

Er waren kapers op de kust.
We namen een hond met scherpe tanden
omdat een huis moet worden bewaakt,
bij voorkeur dag en nacht.

We gingen op vakantie met drie kinderen,
de hond en de gedachte aan het huis,
dat in de tussentijd, weerloos,
achterbleef. We stuurden
het kaarten van zee.

Ester Naomi Perquin, uit de bundel Celinspecties (2012)

Tip: Denk aan iets bijzonders, iets eigenaardigs wat je deed of wat je overkwam. Houd dat voor het einde, beschrijf eerst de fase vooraf waarin alles nog heel gewoon was. 

Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag (mijn bescheiden) feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Eenvoudige poëzietechnieken 4

Schrijf een kort gedicht waarin je een logisch begrip omkeert.

Voorbeelden:

Daar is de lente, daar is de zon
Bijna, maar ik denk dat ze weldra zal komen.
De fallus impudicus staat al in bloei
En de blaadjes krijgen bomen.


Jan De Wilde

Kan ik vandaag bij jou misschien
Omdat het gisteren niet kon
Want de deuren hadden geen huis

Kunnen deuren überhaupt 
op zich stand houden zonder
verval?

Zo zijn er overal oude poorten waaronder
	bedisseld 
	gedronken om een lach
	verraad gepleegd
geblowd
geneukt
geleefd wordt zonder thuis, een tandenborstel in
een aarden vuist naast het aanrecht van de nacht

Dus, als ik morgen bij jou misschien
draai dan alle deuren op slot.


Chris Horemans

Tip: Bedenk een aantal dingen die gebeuren op een bepaald moment van de dag, in een bepaalde tijd van het jaar, in gewone of ongewone omstandigheden, en keer het gebeuren om.

Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag (mijn bescheiden) feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Eenvoudige poëzietechnieken 3

Stel je in de plaats van een dier. Dat kan een huisdier zijn, of een dier dat onuitgenodigd in je omgeving woont. Bekijk de omgeving en eventueel de mens door de ogen van de kat, de hond, een muis, een spin of een mier… Laat het dier vertellen wat het ziet, hoort, voelt, ruikt, in een zestal regels.

Voorbeelden:

Red mij

Van vliegen is geen sprake.
Veel te krap, die kooi.
Ik hip wat heen en weer,
mijn vleugels in de plooi
en roep wanhopig: 'Red mij!
Bevrijd mij uit dit ding!'
Maar niemand komt in actie.
Ze denken dat ik zing. 

Cees Rutgers
Uit De lucht is van de vogels - Dichter nr. 23

Goudhaantje

Ik klein?
Hoe kom je daar nu bij? 
Ik ben precies groot genoeg.
Van top tot teen
vul ik mijn vacht van veren.
Jij bent toch ook niet 
groter dan je vel? 

Bette Westera
Uit De lucht is van de vogels - Dichter nr. 23

Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag (mijn bescheiden) feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Eenvoudige poëzietechnieken 2

Wat is voor jou ‘menselijk geluk’ in vier regels, rijmend?

Voorbeeld:

Het menselijk geluk

De huur betaald. De stoep geschuurd.
Een goeie visboer in de buurt.
En een meid die als ze naast je gaat,
loopt te zingen over straat.

Willem Wilmink (1936-2003)
uit: ’t kon minder (2022)

Tip: Denk eerst na over de inhoud: wat is voor jou menselijk geluk? Pas daarna de vorm aan.

Eenvoudige poëzietechnieken

De komende weken zal ik hier af en toe een poëzie-opdracht posten.

Heb je zin om de opdracht uit te voeren en wil je graag (mijn bescheiden) feed-back op het resultaat? Post je gedicht hieronder of mail het naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.

Hier komt de eerste:

Schrijf een kort gedicht over ‘vroeger’

Voorbeelden:

Vroeger

Als mijn vader het boodschappenlijstje
voor Simon de Wit invulde,
schreef hij achter elk artikel
(goed en goedkoop).
Hij is nu oud maar beschikt nog
altijd over een grenzeloze fantasie.

Willem Wilmink, uit Verzamelde liedjes en gedichten (1986)

Weet je nog
hoe we allemaal dansten en lachten
op dat grote feest in die tuin
die geurde naar pas gewassen gras
het was een heldere sterrennacht
simpel, zoals je het zegt
we waren jong als de muziek
even bestonden we voor eeuwig

Remco Campert, uit Nieuwe herinneringen (2007)

Tip: Kies een herinnering en kies dan het perspectief:  ik, jij, jij/zij, wij, jullie, zij (mv) enz.

Veel plezier ermee!

Groeien als schrijver

Onlangs publiceerde mijn zus Elisabeth een artikel op Medium over wat haar helpt om een betere schrijver te worden. Meteen ging ik daar ook over nadenken. En dit ging door me heen:

Er bestaat niet zoiets als een perfecte schrijver of een perfecte tekst. Geen enkel boek dat ooit gepubliceerd werd is perfect. Ik hoorde Marc Reynebeau ooit beweren dat er geen boeken zonder schrijffouten bestaan. Dat is dan nog maar één aspect van het schrijven want het gaat over veel meer dan spelling. Er is ook stijl, opbouw, geloofwaardigheid, enz. Als schrijver bereik je nooit de perfectie, nooit de eindstreep. En eigenlijk is dat heel geruststellend want dat betekent dat er geen aankomst is, alleen een lange, meestal kronkelige weg. En op die weg kun je stilstaan of vooruitgaan. 

Hoe kom je vooruit? Door veel te lezen en te schrijven, dat spreekt voor zichzelf. Hoe kom je in een versnelling? Door je bij te scholen. 

De afgelopen jaren ben ik op zoek gegaan naar schrijfopleidingen en dankzij de ‘bijzondere omstandigheden’ in het afgelopen jaar zijn er nu veel meer onlinecursussen te vinden. En omdat het aanbod groter wordt, lijken de prijzen redelijk te blijven. 

Omdat ik online geen algemene schrijfopleiding vond, ben ik specifieker gaan zoeken. Ik richtte me op poëzie omdat ik dacht dat als ik leerde om betere gedichten te schrijven, ik ook beter proza zou schrijven. Het is te vroeg om dat gewenste effect na te gaan, maar de poëzie heeft me te pakken en ik voel hoe ik stilaan groei in een veld waarvan ik dacht dat ik er nooit zou bloeien. 

Ik ben een laatbloeiende schrijver en nu ook een leerlingdichter. Ik ben een student in een poëzieklas èn ik ben zelf ook workshopbegeleider. De workshops die ik zelf, soms alleen, soms samen met Johanna Pas, organiseer zijn ontstaan uit een eerdere frustratie toen ik nog geen goede cursus had gevonden. Ze zijn laagdrempelig en gestoeld op het samen leren en ontdekken. 

Op die twee plekken, de cursus die ik volg en de workshops die ik geef, voel ik mij groeien. En daar word ik gelukkig van. 

PS Het poëzieworkshopseizoen van dit najaar loopt binnenkort af. Wie nog wil meedoen aan de laatste sessie op 25 juni 20 u, kan nog instappen. Het thema is ‘Poëzie over poëzie’. In het najaar plan ik drie sessies, o.a. over dichtvormen, vorm en interpunctie en onvermoede inspiratiebronnen. Geef een seintje als je interesse hebt. 

Elk leven laat zich vertellen

Tien boeken die me hielpen bij het schrijven van Colombe

Al mijn hele leven schrijf ik. In mijn kindertijd, mijn jeugd en mijn adolescentie waren dat vooral dagboeken, mijmeringen, pogingen tot gedichten. Later werden het korte verhalen; een roman leek me lange tijd onhaalbaar.

In 2012 verhuisde ik van Antwerpen naar een dorp in de Franse Pyreneeën. Ik zocht er rust en stilte om te schrijven. En ik kreeg ook meer tijd om te lezen.

Twee boeken hebben bij mij toen het verlangen gewekt om een langer verhaal te schrijven: The Stone Diaries van Carol Shields en Stoner van John Edward Williams. Ik zie net dat The Stone Diaries vertaald werd naar het Nederlands: De stenen dagboeken. Wie weet ga ik het opnieuw lezen. Want ik herinner me mijn verwondering over het feit dat de beschrijving van een schijnbaar gewoon leven van een vrouw in de twintigste eeuw zo interessant kon zijn, zo aantrekkelijk om te lezen. En dat kwam door de manier waarop het verhaal verteld werd, namelijk vanuit verschillende perspectieven, door verschillende personages in het leven van de hoofdpersoon.

Heel anders wordt het leven van Stoner door een derde persoon verteld, maar ook hier lezen we het verhaal van een schijnbaar banaal leven, dat juist door de manier waarop het verteld wordt, interessant wordt.

Deze boeken lieten mij zien dat een levensverhaal niet per se dramatisch of spectaculair moet zijn. De manier waarop het verteld wordt, maakt een leven al of niet interessant. Sterker nog, elk leven laat zich vertellen.

Het thema

Nadat ik voor mezelf had uitgemaakt dat ik over eenvoudige mensen wilde schrijven, dacht ik een tijdje na over een thema. En na het lezen van De overgave van Arthur Japin wist ik dat ik het over vergiffenis wilde hebben. In Japins boek is de acte van het vergeven, door een vrouw die de ergste dingen werden aangedaan, een heldendaad. Ik wilde in mijn verhaal de personages ook laten vergeven, maar in een meer gewone, misschien meer herkenbare context.

Perspectief

Van dezelfde schrijver las ik ook Een schitterend gebrek en Kolja. Die boeken namen mijn twijfels over het perspectief weg. Schrijven in de ik-persoon ligt mij. Het laat mij toe om door de ogen van het personage naar de gebeurtenissen te kijken. Door elk personage zijn of haar eigen versie van de geschiedenis te laten vertellen, kunnen we er bovendien niet omheen dat herinneringen voor iedereen anders zijn.

Taal

Het boek Nimmerthuis van Laird Hunt deed mij beseffen hoe belangrijk de taal van de verteller is. De woorden die hij of zij gebruikt, de manier waarop zinnen geconstrueerd worden, typeren het vertellende personage. In Nimmerthuis zorgt dit op de eerste pagina’s zelfs voor verwarring bij de lezer. Je gaat je afvragen of er iets misgegaan is bij de vertaling. Maar nee, het is de taal van een ongeschoolde boerin die de plaats van haar man inneemt in de Amerikaanse burgeroorlog, en dat merk je aan haar zinnen.

Historische context

Om in de sfeer van de negentiende eeuw te komen heb ik Madame Bovary van Flaubert, De geschiedenis van mijn leven van George Sand en de verhalenbundel La petite Roque van Guy de Maupassant gelezen. George Sand en ook de verhalen in La petite Roque kregen een rol in Colombe.

Daarnaast heeft De vlucht van Jesùs Carrasco een diepe indruk op mij gemaakt. Het gaat over een kleine jongen die zijn dorp ontvlucht en in een onherbergzaam gebied in Spanje probeert te overleven. Dit verhaal heeft mij beïnvloed tijdens het schrijven van het eerste deel, het verhaal van Michel.

Nadat ik de eerste versie van Colombe rond had, wees Isabelle van Ewijk, auteur van de trilogie Verpand, Verder en Verlost, mij op het boek Patience and Sarah van Isabel Miller, in 1980 vertaald naar het Nederlands met de titel Een eigen dak. Zij vond dat Colombe de sfeer van dit verhaal opriep. Dat vond ik een hele eer, want Patience and Sarah is een sfeervol en ontroerend verhaal, dat misschien wel een nieuwe vertaling en een herdruk waard is. Ook dit verhaal speelt zich af in de negentiende eeuw, maar dan in Amerika.

Zonder deze boeken was Colombe niet het boek geworden dat het nu is. Ik heb mijn personages tot leven kunnen brengen dank zij deze auteurs die me zoveel leerden. Tegelijk ben ik mijn eigen taal trouw gebleven, ik houd van eenvoudig en helder. Ik hoop dat ik via mijn stijl het thema van vergiffenis en zachtheid tot zijn recht heb kunnen laten komen.

 

 

Dit bericht staat ook op Hebban.