Personagetaal

De eerste keer dat het mij opviel in een boek, was in De schaduw van de wind. Ik las het graag, maar op een bepaald moment begon ik het vreemd te vinden dat alle personages ongeacht leeftijd of sociale klasse dezelfde (ruwe) taal spraken, hetzelfde soort zinspelingen en hetzelfde soort grapjes maakten. Ik heb het boek niet meer (ik heb geen behoefte om het een tweede keer te lezen), ik kan geen voorbeeld geven, maar het is me altijd bijgebleven als iets dat ik voortaan zelf in het oog zou willen houden bij het schrijven.

Sindsdien ben ik meer beginnen letten op de vertelstijl van ik-personen en de spreektaal in dialogen. Onlangs las ik De overgave van Arthur Japin. Het was mijn eerste Japin en er zullen er nog veel volgen, want ik was meteen verkocht. Het is een boek waarbij je vergeet dat het door een man geschreven is, want het is een oude, kranige, koppige vrouw die spreekt. En die koppigheid voel je in al haar zinnen.

Kort daarna las ik Nimmerthuis van Laird Hunt. Een fascinerend boek over een vrouw die als man verkleed in de Amerikaanse burgeroorlog gaat vechten. Toevallig overlappen deze twee boeken elkaar een beetje. In Nimmerthuis wordt ergens kort een gelijkaardig indianenverhaal verteld als in De overgave. Maar de vertelstijl van de hoofdpersoon Constance/Ash deed me in het begin mijn wenkbrauwen fronsen. Ik begreep er niets van. Het leek alsof er woorden vergeten waren en sommige zinnen waren op een eigenaardige manier samengetrokken.

Nieuwsgierig geworden ging ik wat recensies opzoeken en ik kwam onder meer bij een webwinkel terecht waar een lezer zijn of haar beklag doet: “Ongelooflijk hoe dit boek uit is kunnen komen. Deze vertaler verdient direct zijn ontslag! Heeft hij het zelfs 1x nagelezen? Op elke bladzijde, elke alinea en bijna elke zin zit een constructiefout, missend woord, dubbel woord of gewoon veel te letterlijk vertaald. Heel spijtig want het onderwerp en thema sprak me zeer hard aan.”

Lag het echt aan de vertaling? Ik kon het nauwelijks geloven. Ik zocht en vond een stuk van de Engelstalige tekst.
“I was strong and he was not so it was me went to war to defend the Republic. I stepped across the border out of Indiana into Ohio. Twenty dollars, two salt-pork sandwiches, and I took jerky, biscuits, six old apples, fresh underthings and a blanket too.”

En dit is de vertaling:
“Ik was sterk en hij niet, dus was ik die ten oorlog ging om de Republiek te verdedigen. Ik stapte over de grens, uit Indiana en Ohio in. Twintig dollar, twee boterhammen met spek en ik nam gedroogd rundvlees, beschuit, zes oude appels, fris ondergoed en ook een deken mee.”

Het werd me meteen duidelijk dat Constance/Ash een heel eigen taaltje sprak en dat het voor de vertaler lastig moet geweest zijn om die taal weer te geven.
Toen ik dat doorhad, stoorde het me verder niet meer. Naarmate het boek vorderde werd de taal ook minder krom. Misschien was het niet vol te houden voor de auteur of de vertaler, of misschien evolueerde de taal van Constance/Ash naarmate ze meer en meer brieven schreef naar haar man. Wie zal het weten.

Net als De overgave is Nimmerthuis een boek dat ik zou willen houden om het nog eens opnieuw te lezen. Of misschien waag ik mij aan de Engelstalige versie.

Nimmerthuis is nu al te koop bij Kartonnen Dozen, de nieuwe boekhandel die op 25 en 26 juni zijn deuren opent op de Draakplaats in Antwerpen.

CQWEh6sVAAAyy_Q